Nederland is het grootste rolstoelhockeyland ter wereld. Daar zijn 700 rolstoelhockeyers actief waarvan een deel vandaag in Rijswijk een landelijk kampioenschap speelde. Tien sporters met flink gespierde armen rollen het veld op. Ze zijn spelers van het nationale H-hockeyteam en laten op dit WK-side event zien wat zij kunnen. Onder hen Meike Obdeijn van het talententeam. "Om goed te spelen moet je anders leren denken, het is eerst je stoel en dan je stick."
Het Landelijke Dirk Kuyt Foundation E- en H-Bekertoernooi is voor rolstoelhockeyers, in elektrisch aangedreven rolstoelen (E) en handvoortbewogen rolstoelen (H). Op zaterdag 7 juni werd ISVA kampioen E-hockey en Kennemer Keien won de H-hockeybeker. "Dirk Kuyt vindt dat iedereen plezier moet kunnen beleven aan sport en daarom zet onze organisatie zich vandaag hier in." Aan het woord is Karlijn van Leeuwarden van de Dirk Kuyt Foundation. "In samenwerking met de KNHB zijn we bezig om steeds meer landelijke evenementen zoals dit toernooi te organiseren." Sinds de KNHB een aantrekkelijke competitie heeft neergezet voor de verschillende disciplines en de nationale teams ondersteunt is de breedtesport verder gegroeid. Er zijn 36 rolstoelclubs waarvan er 6 bij hockeyclubs zijn aangesloten.
H-hockeyers hebben minder fysiotherapie
En ook internationaal laat Nederland van zich horen. "In de internationale toernooien voeren wij samen met Tsjechië en Zweden de boventoon," zegt Frank Maagdenberg die sinds vier jaar bondscoach is van het Nederlandse H-hockeyteam. Zweden is nog ongeslagen, maar daar hoopt de bondscoach verandering in te brengen. "De spelers trainen een of twee keer per week bij de eigen club en een keer per maand met het nationale team. Daarnaast zijn ze in de sportschool veel bezig met biken - het fietsen met de armen - om kracht op te bouwen. " Maagdenberg merkt wel dat sport belangrijk is voor deze hockeyers. "Je ziet dat mensen hun zelfvertrouwen opbouwen, dat ze meer zijn dan iemand in een rolstoel. Verder hebben ze minder fysiotherapie nodig omdat ze fitter zijn."
Goed voor lijf en geest
Rolstoelhockeyster Meike Obdeijn doet mee om fit te blijven en omdat ze het spel leuk vindt. Voordat ze een ongeluk kreeg waarbij ze een onderbeen verloor, hockeyde ze bij dames 1 in Deventer. Nu speelt ze in de rolstoel mee in het talententeam van het H-hockey. "Ik heb tactisch wel voordeel van mijn hockeyverleden. Hoewel je ook moet wennen aan een andere, langere stick waarvan je beide kanten mag gebruiken." Ook internationaal scheidsrechter Hans Nijhoff kwam door een ongeluk in de rolstoel. Hij ging spelen bij de Rapid Rollers in Gorinchem en doet nu 'van alles' bij het H-Hockey. "Als je net als ik gehandicapt raakt krijg je daar een geestelijke klap van. Het eerste jaar was ik druk met revalidatie en had ik een vol programma. Maar daarna zit je thuis en slaat de verveling toe. Rolstoelhockey is een mooie sport, je bent in beweging en dat is goed voor lijf en geest."
E-hockeyteam in voorbereiding op WK
Bondscoach Paul Mennink van het E-hockeyteam beaamt dat de hockeysport veel voor mensen betekent. "Voor de selectie van tien spelers is dit topsport. Zij hebben een andere belastbaarheid dan H-hockeyers. Maar ook hier zie je dat mensen tot de grens gaan. Het elektrisch rolstoelhockey heeft een grote maatschappelijke functie. Als je wordt geboren met een lichaam dat bijna niks kan, dan is het geestelijk goed voor je dat je hier iets hebt om voor te gaan." Het E-hockey bestaat al zo'n dertig jaar in Nederland en in 2012 werd het nationale team Europees kampioen. "We zijn nu in voorbereiding op het WK dat in augustus in München plaatsvindt. Het is hartstikke mooi om bondscoach te zijn. Alles wat Van Gaal heeft, heb ik ook; een dynamisch team met jonge spelers, de teamontwikkeling, de selectie van spelers en het gedoe er omheen. En nog mooier: ik kan het voor elkaar krijgen dat mensen met een slecht functionerend lichaam het maximale uit zichzelf halen."
Paralympics
Beide disciplines willen het rolstoelhockey zo ontwikkelen dat ze als paralympische sport erkent gaan worden. Dat is echter een lang traject, clubs en teams moeten bijvoorbeeld over drie continenten hetzelfde spel spelen. De regels moeten daarvoor gelijk worden getrokken, en er moeten EK's en WK's georganiseerd worden. Voor het E-hockey is die mogelijkheid al wat dichterbij. Het Nederlandse team speelt Europese en wereldkampioenschappen. En op het komende WK wordt met een nieuw klassificatiesysteem gespeeld.